Pandinus exitialis

Discussie in 'Soortenlijst' gestart door Jeroen Kooijman, 28 mrt 2009.

  1. Jeroen Kooijman

    Jeroen Kooijman Adult Erelid

    Lid geworden:
    24 jan 2006
    Berichten:
    7.979
    Leuk Bevonden:
    23
    Trofeepunten:
    240
    Pandinus exitialis (Pocock, 1888)

    [​IMG]

    Wetenschappelijke naam: Pandinus exitialis
    Veel gebruikte naam: Geen bekende “bijnaam”
    Familie: Scorpionidae
    Distributie: Ethiopie en Sudan
    Gif sterkte: Niet beschouwd als medisch belangrijk, lage giftigheid

    Gedrag
    Pandinus exitialis behoort tot de familie waar de grotere soorten schorpioenen zijn ingedeeld. Deze 13 tot 14 cm grote schorpioen staat bekend om het verdedigen met de scharen. Ze zijn semi-defensief, dat wil zeggen dat ze zich alleen verdedigen wanneer nodig. Ze zullen eerder vluchten dan vechten.

    Hun massieve scharen zijn sterk genoeg om een mogelijke prooi vast te houden, hierbij hoeft de angel niet te worden gebruikt.

    Ze leven in semi-tropische gebieden en kunnen zeer goed graven.

    Verschil man en vrouw
    Evenals bij Pandinus imperator is het verschil redelijk makkelijk te zien. De pectine (kammetjes onder het lichaam van de schorpioen) zijn bij vrouwen redelijk breed en kort en bij mannen langwerpig en smaller.
    Het genitale opperculum is evenals bij P. imperator bij mannen meer ovaalvormig en bij vrouwen heeft het meer een “hart”- vorm (dit verschil is bij alle schorpioenen die vallen onder de Scorpionidae familie zichtbaar).

    Een ander zeer duidelijk verschil is te zien aan de scharen, de mannen hebben een extra tand op de beweegbare en de vaste vinger van de scharen welke missen bij de vrouwen.

    Schaar van vrouw
    [​IMG]

    Schaar van man

    [​IMG]

    De lichaamsbouw wilt ook nog wel een idee geven van het geslacht, mannen zijn slanker en langer gebouwd dan vrouwen, dit is echter nooit een goede methode.

    Behuizing
    Net als hun grotere neef, de Pandinus imperator, geef deze schorpioenen een terrarium van ongeveer 50x30x30 cm (LxBxH). Voor een koppel moet de maat van het terrarium minimaal 60x40x30 cm zijn (LxBxH). Grondoppervlak is belangrijker dan de hoogte. Vaak worden kleinere terraria aanbevolen, maar deze dieren hebben de ruimte echt nodig om goed te kunnen graven. Voor elke schorpioen in het terrarium moet er minimaal 1 schuilplaats aanwezig zijn. Zorg dat schuilplaatsen stevig worden neergezet, bij voorkeur tot op de bodem. Deze schorpioenen zijn gravers en door het graven kan het gebeuren dat een schuilplek omvalt en op de schorpioen beland.

    Geef ze een goede laag cocopeat of humus, minimaal 10 cm is aangeraden. Zo’n dikke laag geeft ze een goede mogelijkheid voor het maken van een diepe tunnel. Zeker in een groep kun je meerdere tunnels verwachten wanneer goed behuist. De temperatuur moet rond de 30 oC overdag en rond de 20 oC ’s nachts zijn.

    Laat de luchtvochtigheid niet boven de 80% stijgen. De meest ideale luchtvochtigheid ligt tussen de 65 – 70%. Zorg voor een hoge ventilatie, dat is bij deze soort heel belangrijk, een normaal terrarium geeft meestal maar een matige ventilatie. Persoonlijk geef ik deze een hogere ventilatie dan P. imperator. Ventilatie is ook belangrijk om schimmels te voorkomen.

    Deze dieren drinken graag en redelijk veel, geef ze daarom een goede waterbak. Zorg ervoor dat de schorpioen er niet in kan verdrinken, leg op de bodem kiezels zodat de schorpioen er makkelijker uit kan klimmen indien nodig.

    Voeding
    Zoals bij alle schorpioenen zijn krekels een ideale voedingsbron, evenals kleine sprinkhanen. Voer ze minimaal 1 keer per week een paar krekels en verwijder deze als ze niet opgegeten zijn binnen 2 dagen. Jonge dieren moeten minimaal 2 keer per week gevoerd worden. Wegens de hoge luchtvochtigheid moeten overblijfselen zo snel mogelijk verwijderd worden, deze trekken mijten en schimmels aan.

    Doordat deze dieren relatief groot worden kan zo nu en dan ook een pinkie muis worden gevoerd, ook meelwormen worden zo nu en dan gevoerd. Let er wel op dat muizen een hoge voedingswaarde hebben en daarom zullen de dieren de weken erna mogelijk wat minder eten. Meelwormen bestaan voor een groot deel uit proteine, maak hier geen hoofd-voedingsbron van.

    Deze dieren zullen niet snel hun prooi steken, hun scharen zijn sterk genoeg om een prooi dood te maken. Wanneer de prooidier tegen blijft werken zullen ze niet twijfelen om te steken.

    Kweken
    Kweken van deze soort schijnt niet erg lastig te zijn, vrouwen zijn relatief rustig tegenover mannen. Het kan wel voorkomen dat een man ten prooi valt aan een vrouw, dit risico is eigenlijk altijd aanwezig.

    Helaas heb ik deze soort zelf nog niet kunnen kweken, de hoogzwangere vrouw die ik had zitten is gestorven. Onduidelijk is de reden van overlijden.

    Begrijpen van Pandinus exitialis

    Evenals van Pandinus imperator krijg ik regelmatig vragen over Pandinus cavimanus. De meeste vragen hebben op het bovenstaande stuk betrekking, een enkeling valt echter op. De meest opvallende vragen staan hieronder.

    Vraag:
    Kunnen deze dieren goed klimmen?

    Antwoord:
    Evenals Pandinus imperator en Pandinus cavimanus zijn deze dieren gebouwd om te overleven in savannen en bosgebieden. Hierdoor is het van levensbelang dat hun poten zijn gebouwd om te klimmen. Als je goed kijkt naar de bouw van de poten zie je duidelijk dat deze bedoeld zijn om houvast te vinden op verschillende ondergronden.

    Vraag:
    Ik heb een Pandinus gekocht, maar nu ben ik helemaal vergeten of het een exitialis, cavimanus of imperator is. Hoe zie ik het verschil?

    Antwoord:
    Er zijn een paar belangrijke verschillen;

    1. Kleur, meestal zijn cavimanus meer rood/bruin kleurig en imperators meer zwart. Helaas kan het ook gebeuren dat een zwarte cavimanus wordt verkocht (de zwarte kleurvorm is echter relatief zeldzaam). P. exitialis heeft echter een bruine kleur en geelkleurige poten en angel.
    2. Als het dier een man is, kijk dan goed naar het begin van de beweegbare vinger van de schaar (waar de schaar overgaat naar vinger). Als hier een deuk zit is het een P. cavimanus.
    3. P. cavimanus heeft minder behaarde scharen dan een P. imperator. Ook zijn de scharen minder “bobbelig”. De scharen van een P. exitialis zijn redelijk “bobbelig” en hebben een meer gele manus (hand).
    4. Helaas erg lastig om te zien, zeker bij een levend exemplaar; P. cavimanus heeft 4 trichobothria aan de binnenkant van de schaar op het begin van de vaste vinger, terwijl P. imperator er maar 3 heeft. P. exitialis heeft 2 trichobothria.
    5. Kleur van de angel, volwassen P. cavimanus hebben donkerbruine tot zwarte angels, jongere dieren lichtbruin gekleurde. Bij P. imperator is de kleur meer roodachtig en bij jonge dieren wit tot geelkleurig (hoe ouder ze zijn hoe meer ze naar rood kleuren). P. exitialis heeft een geelkleurige angel waarvan de bouw iets afwijkt van die van P. cavimanus en P. imperator.

    [​IMG]

    Trichobothria P. exitialis
    [​IMG]

    Tarsi P. exitialis
    [​IMG]

    Carapace P. exitialis
    [​IMG]

    Telson P. exitialis
    [​IMG]

    P. exitialis instar 2
    [​IMG]

    Bedankjes:
    • De mensen van venomlist.com die mij hebben geholpen deze beschrijving te schrijven.

    Referenties:
    - Catalog of the scorpions of the world (1758–1998) Victor Fet, W. David Sissom, Graeme Lowe, Matt E. Braunwalder: The New York Entomological Society, New York, NY, USA, 2000
    - Scorpions of Djibouti, Eritrea, Ethiopia and Somalia; Acta Soc. Zool. Brohem. 67: 133-159, 2003; F. Kovarik
    - Systematics and biogeography of the family Scorpionidae; Invertebrate systematics 2003, 17, 185-259; L. Prendini, T.M. Crowe and W.C. Wheeler


    [​IMG]

    Jeroen Kooijman, 2009
     

Deel Deze Pagina